De vijf frustraties van Teamwerken volgens Lencioni. Hij onderscheidt vijf afzonderlijke frustraties, die nauw met elkaar in verband te brengen zijn. Daarom zouden ook alle vijf evenveel aandacht behoren te krijgen voor het bereiken van duurzaam teamwork.
Het betreffen de volgende frustraties:
- niet resultaatgericht werken.
- afschuiven van verantwoordelijkheid
- gebrek aan betrokkenheid
- angst voor confrontatie
- gebrek aan vertrouwen
Zonder onderling vertrouwen binnen een team is een goede samenwerking niet mogelijk. Bij vertrouwen gaan we ervan uit de intenties van collega’s goed zijn en dat er geen reden is om beschermend of bezorgd over de groep te zijn. Ieder groepslid zou zich hiervoor kwetsbaar moeten opstellen. Hierbij hoort het toegeven van fouten en het durven vragen om hulp. Het vertrouwen moet dusdanig zijn dat eigen gebreken en tekortkomingen niet hoeven te worden gecamoufleerd. Indien slechts een van de teamleden zich hier niet toe kan zetten, kan het gehele teamfunctioneren minder worden. Er wordt extra moeite in dit teamlid gestopt, of mogelijk zou dit lid zelfs uit het team moeten worden gezet.
Om het vertrouwen van een groep te bevorderen, kan een teamleider bijvoorbeeld stimuleren dat men beter met elkaar kennis maakt. Dit kan door in een groepsgesprek elk teamlid zijn/haar persoonlijke geschiedenis te vertellen. Door gemakkelijke en onschuldige informatie krijgen teamleden al een band met elkaar, waardoor er meer empathie en wederzijds begrip ontstaat.
Om te groeien zijn productieve conflicten noodzakelijk die beperkt blijven tot concepten en ideeën, maar niet op de man worden gespeeld. Voor een goed conflict is echter in eerste instantie het vertrouwen nodig om het met elkaar oneens te zijn. Indien verschillen van mening niet hardop worden uitgesproken, broeden ze onderhuids door en kunnen de gevolgen groot zijn. Ook kunnen conflicten van belang zijn om vergaderingen levendig te houden. Wanneer teamleden naar drogcijfers van de notulen worden geleid is men niet geboeid.
Bij conflicten moet de groepsleider zich terughoudend opstellen. Oplossingen zouden de kans moeten krijgen om op een natuurlijke wijze te ontstaan. Probeer verder te herkennen wanneer iemand zich onprettig voelt bij het ontstaan van een conflict en herinner hem/haar eraan dat het conflict noodzakelijk is om door te groeien.
Door het conflict niet op te zoeken – en de ideeën en meningen van sommige teamleden stil te houden ontstaat bij het nemen van beslissingen een gebrek aan betrokkenheid. Indien ieder teamlid (middels conflicten) de mogelijkheid heeft gekregen om zijn/haar zegje te doen, is de kans groot dat iedereen betrokken wordt bij besluitvorming. Zelfs wanneer een besluit ingaat tegen wat een van de teamleden voor ogen heeft. Een sterk functionerend team weet dat het team in staat is om achter beslissingen te staan, zelfs als er weinig zekerheid bestaat over de correctheid ervan.
De groepsleider moet vertrouwen op het team en zich gemakkelijk voelen bij het vooruitzicht dat het team een besluit neemt dat uiteindelijk verkeerd kan zijn. Daarnaast kan het goed werken om aan het eind van een vergadering een besluitenlijst te noteren. Hierdoor krijgen de teamleden direct zwart op wit te zien waartoe zij besluiten en waarvoor hun betrokkenheid wordt verwacht. Dit kan onduidelijkheid voorkomen.
Bij verantwoordelijkheden hebben we het over de bereidheid van teamleden om elkaar aan te spreken op prestaties of gedragingen die voortgang kunnen belemmeren. Dit is vaak niet gemakkelijk. Het geeft de boodschapper zelf een ongemakkelijk gevoel en daarom houdt men zich vaak stil. Dit zien we vooral wanneer teamleden zeer goed met elkaar overweg kunnen, omdat dan schade aan persoonlijke relaties wordt gevreesd.
Als groepsleider moet je stimuleren dat iedereen zijn eigen verantwoordelijkheden neemt door te wijzen op een gemeenschappelijke teamverantwoordelijkheid. Een handig middel om verantwoordelijkheid te vergroten is het publiceren van doelstellingen en maatstaven waarop iedereen kan worden aangesproken. Ook kan het helpen om een beloning te bieden voor prestaties van het hele team in plaats van aan individuele leden. Verder is het zinvol om regelma4g voortgangsgesprekken te hebben en gedragsafspraken te maken.
Indien elkaar niet aanspreekt op elkaars tekortkomingen, kan het voorkomen dat niet langer iedereen gericht is op het beoogde eindresultaat. Zo kunnen teamstatus of eigen status in de weg staan.
De teamleider moet het goede voorbeeld geven en voorop staan bij het centraal stellen van de resultaten. Als hij/zij dit niet doet, kunnen andere teamleden het gedrag overnemen. Wat tevens kan helpen is om resultaten publiekelijk te maken. Teams doelstellingen publiekelijk willen laten vaststellen werken met meer passie aan het bereiken van resultaten.
Mocht u met uw team een Lencioni test willen invullen neem dan contact met mij op.